Onze ontdekking: subtiele signalen leidden tot die ene tip.
- Miranda van Kester
- 24 jan 2023
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 8 mrt 2023
Ik hoor vaak ouders zeggen; 'mijn kind vindt school ontzettend saai, maar ik geloof niet dat hij/zij hoogbegaafd is'. Dat snap ik. Dat had ik misschien ook nooit geloofd. Tot die ene tip van een vrouw die hem in één uur had 'gelezen': de hele puzzel viel in elkaar. Subtiele signalen, en zo’n grote verandering als ermee aan de slag gaat. Zet je twijfel of schroom opzij, inzicht kan je zoveel geven…

Hoe het begon...
Dan is een vrolijkerd, een dromer en een kletskous. Dacht ik. Tot hij op zijn 4e naar school ging. En we na een paar weken tegenover twee bezorgde kleuterjuffen zaten. Want ‘we weten niet of hij het leuk vindt en of er iets binnenkomt’; hij praatte namelijk nauwelijks tot niet. Niet begrijpend keken wij ze aan en moesten lachen, omdat hij thuis zoveel vertelde over school, zelfs allerlei woorden in het Engels wilde weten. Ze keken blij en opgelucht en ik zei ‘ik heb op de basisschool ook nooit veel gezegd, dus dat komt wel goed’.
'Bijzonder' kind, maar zeker geen bovenmatige schoolprestaties
Toch bleven we terug horen hoe ‘bijzonder’ hij was. Dit ging vooral over zijn ‘zijn’; hij liet in de kleuterklas (en ook later) amper wat zien van zijn cognitieve vaardigheden*. Binnen drie maanden trok zijn juf de voorzichtige conclusie van autisme. De eerste tranen rolden, vooral omdat ik het niet begreep wat zij dan zagen, wat ik niet zag. Ik werd er onzeker van, als jonge moeder, mocht toen echt nog op mijn eigen gevoel leren vertrouwen. En er volgde zelfs een ‘berisping’ die vond dat met twee verschillende kleuren schoenen naar school gaan, niet hoort; ‘je moet ergens een grens trekken in de opvoeding’ (het waren dezelfde paar schoenen maar Dan wilde graag twee kleuren aan). De meisjes aan zijn nieuwe tafeltje die giechelden en zeiden: ‘hij is een beetje bijzonder, want hij neemt zijn knuffel altijd mee’, daar kon ik wel om lachen.

Uitleggen zonder reden dat het niet mocht of ‘het nu eenmaal zo hoort’, ging bij Dan lastig, omdat hij niets zomaar aannam.
Doen omdat het 'zo hoort', lukt niet
Dan was eigengereid, maar niet dat je er ‘last’ van had, hij was altijd lief, alleen wilde hij soms dingen heel graag, zoals een knuffel op tafel bij het eten. Of mee in de klas. En dat mocht niet altijd. En uitleggen zonder reden dat het niet mocht of ‘het nu eenmaal zo hoort, ging bij Dan lastig, omdat hij niets zomaar aannam. Ik kon dat helemaal invoelen. Dat was een zoektocht, samen, naar wat je in de opvoeding nastreeft. En ook op school.

Hij ging niet altijd graag naar school, zeker niet op de dagen dat de juf er was waarvan de knuffel niet mee in de klas mocht. Dan ging hij soms onder zijn bed liggen. Natuurlijk kostte dat extra energie, maar we hadden geen idee waar dat verzet vandaan kwam en dachten dat dat er soms gewoon bij hoort. Later leerde ik dat – over het algemeen - jongens vaker verzet of 'wangedrag' laten zien en meisjes zich vaker aanpassen; in beide gevallen kost het hen veel energie om zich van jongs af aan zo te moeten aanpassen. Wat je mogelijk terugziet in gedrag/humeur, maar soms ook in hun gezondheid (hoe ze slapen, bijvoorbeeld).
Jongens laten – over het algemeen – vaker verzet zien en meisjes passen zich vaker aan; in beide gevallen kost het hen natuurlijk veel energie.
Diepe denkers...
Dat hij een diepe denker was, viel wel op. Boekjes lezen voor het slapen gaan, zorgde bij hem voor vele vragen, waardoor hij juist niet in de ontspanningsmodus kwam. Hij stelde op peuter/kleuterleeftijd soms vragen als: ‘waarom hebben mensen de wereld van de dieren overgenomen?’, waar ik uiteraard niet direct antwoord op had. Ook daarvan dacht ik dat dit simpelweg kinderwijsheid was, zij kijken immers nog zo anders naar de dingen! Nu vind ik het jammer dat ik er niet meer op in ben gegaan: het is bekend dat ze dergelijke overdenkingen snel ‘afleren’ om zich aan te passen aan onze maatstaven, hij stelt dan ook zulke vragen nooit meer. (We hebben overigens het voorlezen later omgewisseld voor voetjes masseren; uit het hoofd, in het lijf, voor de ontspanning!)
Groep 3: meer uitdaging
In groep 3 leefde hij op; praatte meer, kreeg vriendjes en had ook een juf die er heel anders in zat; knuffel in zijn laadje, geen probleem! (Heerlijk, een juf die meebeweegt!) Ik zag wel dat hij tijdens de pauzes langs de kant van het schoolplein stond als de ene helft van de jongens aan het voetballen en de andere helft aan het stoeien was, dat vond hij (en dus ik) ogenschijnlijk helemaal oké. Ook dat vond ik zeker geen signaal. (Later op zijn nieuwe school, zou hij de knuffel binnen no time loslaten en bijna ‘de aanvoerder’ van het schoolplein worden, simpelweg omdat hij toen met veel ‘like-minded’ kinderen in de klas zat die elkaar feilloos begrepen; met dezelfde humor en interesses.)

Die ene tip...
Tot hij naar ‘Mad Science’ ging; buitenschoolse wetenschappelijke lesjes voor kinderen van groep 3 tot 8. Eén uurtje op de maandagmiddag en na de eerste keer zei de juf: ‘Dan is hoogbegaafd, dat zie ik meteen, hij lost dingen op die niemand anders oplost’, en ‘laat hem testen, want hij kan zich hier niet voldoende kunnen ontplooien als mens en als leerling’. Ik vond het merkwaardig, legde dit eerst naast me neer: hij deed het net zo lekker op school. Bovendien liet hij er weinig tot niets van zien in de klas, dus hoe kwam ze erbij? Toch ging het knagen, want alles wat ze opmerkte klopte; ze verklaarde zijn houding en gedrag feilloos. Van het zich zo goed mogelijk aan willen passen (maar er misschien toch niet helemaal bij horen en zijn knuffel nodig hebben voor 'houvast') tot het vaak niet aankijken ‘omdat er veel te veel bij hem binnenkomt’. Dus ik ging op zoek…
De tranen die toen volgden, waren pure ontlading, omdat ik voelde dat dit pad ons veel ging brengen.
Je continu aanpassen, kost bergen energie
We hebben eerst een IQ-test laten doen. Hoogbegaafdheid is zoveel meer dan alleen het IQ, maar dit is alsnog een fijn beginpunt. Daar begon ook ons leerproces. Van de uitleg dat autisme vaak wordt verward met hoogbegaafdheid, omdat het observeerders zijn, diepe denkers en voelers. Met een hoog rechtvaardigheidsgevoel, dus niet zomaar iets aannemen ‘omdat het zo hoort’. En zelfs áls hoogbegaafde kinderen (of volwassenen) ook autistische kenmerken hebben, kunnen ze zich vaak goed aanpassen, omdat ze slim en observerend zijn (veelal meisjes nog meer, door hun grotere empathisch vermogen). Een expert zei me aan het begin van mijn zoektocht: ‘Het lijkt misschien alsof ze sociaal niet vaardig zijn, maar je moet eens kijken als hij zich tussen gelijkgestemden gaat bewegen waarin hij zich wél herkent, dan ga je ineens zien dat hij sociaal veel verder is dan je denkt, alleen het vele aanpassen kost hem nu bergen energie’. De tranen die toen volgden, waren van ontlading, omdat ik toen voelde dat dit pad ons veel ging brengen.
Ga op ontdekkingsreis, het brengt je zoveel!
Wat ik hiermee wil aangeven: signalen zijn vaak zo subtiel. Terwijl de verschillen zijn zo groot, als je beter weet waar je kind behoefte aan heeft. Een hoogbegaafd kind is niet per definitie een goed presterende leerling, dus ook voor een juf of meester is het vaak helemaal niet duidelijk. Dus ga zelf op ontdekkingsreis: ieder inzicht waarmee je leert waar iets vandaan komt, in gedrag of in welzijn van je kind kan het verschil maken. Uiteindelijk is dit jullie zoektocht, om je kind beter te leren kennen. En dat is sowieso waardevol. Op weg naar een (nog) vrij(er) en blij(er) kind!

*Waarom je niet direct iets hoeft te zien in de cognitieve vaardigheden: Dit kan komen doordat kinderen zich snel aanpassen aan hun omgeving, kopieergedrag vertonen; tot aan het krassen van een tekening terwijl ze thuis al heel mooi tekenen. Het kan ook komen door perfectionisme/faalangst waardoor er af en toe maar een glimp te zien is van hun cognitieve capaciteiten, maar het hen ondertussen wel veel energie kost om zich aan te passen, wat in hun gedrag te zien is.









Opmerkingen